Overslaan en naar de inhoud gaan

Kyudojo

Elke Kyudojo bestaat uit een drietal componenten. Allereerst heb je de Shajo, de plaats van waaruit geschoten wordt, en daarnaast de Matoba, de plaats waar de doelen (mato) staan opgesteld. Tussen de Shajo en de Matoba ligt de Yamichi, letterlijk "het pad van de pijl". De Yamichi kan bestaan uit een eenvoudige grasveld, een veld van steentjes al of niet in een patroon geharkt, of zelfs een Japanse tuin met rotsen, vijver en beplanting. Meestal kan de buitenwand van de Shajo volledig opengeschoven worden zodat er onbelemmerd geschoten kan worden naar de doelen. Geschoten wordt vanaf de Shai lijn die in de Kyudojo precies op 28 meter afstand is van het midden van de mato in de Matoba. De Shai lijn wordt aangegeven met een klein bordje met daarop de Japanse karakters voor Shai.

De layout van de Shajo wordt door een aantal factoren bepaald maar de belangrijkste is het beschikbare oppervlak. Is de beschikbare ruimte klein dan is de ingang naar de Shajo ook de uitgang. 

Is er meer ruimte dan is er meestal een aparte in- en uitgang naar de Shajo. De ruimte daarvoor, Hikae of wachtruimte genoemd, wordt dan gebruikt om materiaal neer te zetten, en ook om een of meerdere Makiwara, oefendoelen van rijststro, neer te zetten.

Staande in de Shajo en kijkend richting de Matoba, heb je aan de rechterkant ter hoogte van de Shai de zogenaamde Kamiza. Dit is een ereplaats waar de hoogst gegradueerde leraar en eregasten plaats kunnen nemen. Om het belang van deze plek te onderstrepen zie je hier vaak een bijzonder bloemstuk, een Japanse scroll, foto's van een belangrijke Kyudo leraar, of zelfs een kleine Boeddhistische of Shinto thuistempel. Bij het binnenkomen of verlaten van de Shajo groet je altijd richting de Kamiza.

Als er in de Shajo een Shinto huistempel (Kamidana) staat, betekent dat ook dat de dojo volgens een speciale ceremonie door een Shinto priester is ingewijd om boze geesten af te weren.

Voordat schutters op de Shai plaatsnemen om te schieten starten ze op de zogenaamde Honza lijn. Deze lijn wordt ook aangegeven door een bordje met de Japanse karakters voor Honza. De plek van de schutters op de Shai wordt ook weer met speciale nummberbordjes aangegeven.

In elke dojo gelden gedragsregels die de waardigheid en het wederzijds respect dat bij het beoefenen van Kyudo van essentieel belang is onderstrepen. Als je in een nieuwe dojo komt, is het observeren van de regels een must en teken van respect.

Van de Shajo naar de Matoba loopt een pad, meestal aan de linkerkant van de Yamichi, waarlangs de pijlen die geschoten zijn opgehaald kunnen worden. Dit pad wordt Yatorimichi genoemd wat letterlijk "het pad om pijlen te halen" betekent. In de Matoba heb je een aparte ruimte voor opslag van doelen en ander materiaal. Van daaruit kom je in het deel waar de doelen (Mato) geplaatst zijn op de aarden wal, Azuchi genaamd. Meestal hebben de doelen een doorsnede van 36 cm en zijn ze zo bevestigd op de Azuchi dat het middelpunt 27 cm van de grond staat. Van middelpunt naar Shai is precies 28 meter. De Mato zijn op hart-hart afstand van 1.80m van elkaar geplaatst. Om te voorkomen dat pijlen de achterwand van de matoba zouden raken hangt over de gehele breedte een doek, de Azuchi Maki. Op deze Azuchi Maki zie je vaak speciale karakters staan die een begrip uit Kyudo verbeelden of soms ook een embleem (Mon) dat laat zien bij welke school of stroming een dojo hoort.

Afhankelijk van de beschikbaar ruimte heb je Kyudojo met 3 of 5 mato. De allergrootste Kyudojo in Japan hebben 10 of meer mato.